Autoproducent Tesla heeft in het tweede kwartaal van het jaar minder auto’s geleverd dan in het eerste kwartaal van het jaar.

Het Amerikaanse bedrijf kampte vooral met de gevolgen van de corona-uitbraak in China en de maatregelen die het Aziatische land nam om verspreiding van het virus in te dammen. Dat zorgde voor minder productie in de Chinese fabriek van Tesla.

De maker van louter elektrische auto’s leverde in de periode april tot en met juni bijna 255.000 auto’s af. Op jaarbasis was sprake van een stijging van meer dan een kwart, maar in vergelijking met de eerste drie maanden van het jaar ging het om bijna een vijfde minder auto’s die naar klanten gingen.

Het was voor het eerst in twee jaar tijd dat er sprake was van een daling. Tesla benadrukte wel dat de productie in de loop van het kwartaal aantrok. Zo werden er in juni een recordaantal auto’s geproduceerd.

Dat het aantal geleverde auto's op kwartaalbasis daalde is evenwel een teleurstelling voor het bedrijf dat juist repte van sterke groei, geholpen door de opening van fabrieken in Duitsland en de Amerikaanse staat Texas. De daling van het aantal leveringen was ook groter dan kenners in doorsnee hadden voorzien.

Tesla waarschuwde in april al dat leveringsproblemen, die de auto-industrie in zijn geheel treffen, de productie van het bedrijf tot het einde van het jaar zouden blijven dwarszitten. In het eerste kwartaal van het jaar werd nog wel een recordaantal auto's afgeleverd.

LEES OOK: Tesla biedt lage lonen in Berlijnse fabriek vergeleken met Duitse concurrenten, beweert grote Duitse vakbond